Wat als we als ouders niet op één lijn zitten wat betreft de ondersteuning van ons kind?

Ouders hebben vaak een verschillende opvoedingsstijl en verwachtingen tegenover hun kind, zo ook op vlak van gender en seksuele voorkeur. Het komt vaak voor dat ouders niet meteen op dezelfde lijn zitten over hoe om te gaan met gendervariantie. Ook de reactie op een coming out van de seksuele voorkeur, kan verschillen. De ene ouder heeft vaak een andere kijk op de situatie of een ander tempo om zaken te verwerken dan een andere ouder. Ondanks andere visies of tempo, willen jullie wel allebei het beste voor jullie kind.

 

Meningsverschillen kunnen spanningen geven. Wanneer je niet op één lijn zit met de andere ouder wat betreft de opvoeding van je kind, kan dit wegen op je opvoedings- of partnerrelatie.
In een partnerrelatie is het belangrijk om geregeld tijd te blijven maken voor elkaar. Je kan daarbij afspreken dat er op de momenten dat je tijd maakt voor je partner niet over gendervariantie, transgender, of zelfs de kinderen wordt gesproken. Het kan even zoeken zijn naar wat voor jullie werkt. Zo zijn er ook ouders die juist wél uit eten gaan om over de transitie van hun kind te praten, zodat ze niet kwaad kunnen worden of weglopen. Elke situatie is anders. Als jullie er niet samen uit komen, kan het goed zijn om hulp te zoeken.

Belangrijk is dat de spanningen omwille van tegenstrijdige visies niet worden uitgespeeld naar je kind. Samen informatie opzoeken en proberen elkaars standpunt te begrijpen, kan een eerste stap zijn. Je kan de andere ouder uitnodigen naar een bijeenkomst van een oudervereniging, een gesprek met een medewerker van het Transgender Infopunt of Lumi. Probeer in gesprek te gaan en blijven met elkaar, ondanks jullie meningsverschillen. Je kan samen bespreken hoe jullie naar het kind toe wèl op dezelfde lijn staan.

Als de andere ouder van je kind zorg rond de gendervariante gevoelens weigert, hoeft dit je niet te beletten om toch al stappen richting de zorg te zetten wanneer je kind hier behoefte aan heeft. Psychologische begeleiding kan al opgestart worden, hoewel de psycholoog steeds zal proberen beide ouders te betrekken. 

Ik merkte binnen onze oudervereniging dat sommige ouders niet willen komen omdat ze zich schamen. De ouder is er niet tegen maar heeft geen behoefte aan bijeenkomsten. Dan is het goed als de andere ouders deze ouder zoveel mogelijk informeert.

Beni en Anja
Terug naar hoofdmenu